Vrouwen hebben kleinere hersenen dan mannen, maar gebruiken ze efficiƫnter

vrouwelijke hersenen
02 november 2020

De vrouwelijke hersenen zijn flink kleiner dan de mannelijke. Gemiddeld maar liefst zo’n 200 gram. Dit fascineerde neurowetenschapper Iris Sommer. Ze schreef er een boek over: Het Vrouwenbrein

Vrouwen hebben minder hersencellen: 197 miljard tegen 231 miljard. Toch doen vrouwen in hun algehele denkvermogen niet onder voor mannen. Voor Iris Sommer was het "een mysterie” hoe dat kan, vooral ook omdat ze in haar werk ziet wat het verlies van 1 of 2 procent aan hersenweefsel voor effect op mensen heeft. Alzheimer, parkinson, schizofrenie, depressie, al die ziekten leiden tot afname van het aantal hersencellen. Maar nooit meer dan een paar procent. Dat verschil is veel kleiner dan het verschil in omvang tussen een mannenbrein en een vrouwenbrein. Toch gaat zo’n ziekte gepaard met een flinke achteruitgang van de verstandelijke vermogens. Waarom is dat verschil in denkvermogen tussen mannen en vrouwen er dan niet?

Vrouwenbrein werkt actiever

Sommers besloot er onderzoek naar te doen. Aan NRC vertelt ze: “Vrouwen hebben minder hersencellen, maar het lijkt erop dat ze per cel meer verbindingen maken met andere hersencellen. Dat zou betekenen dat ze een rijker netwerk hebben. Verder zijn de lagen hersencellen bij vrouwen sterker opgevouwen, waardoor er meer oppervlakte in hun kleinere hoofd past. Maar de belangrijkste compensatie is dat de stofwisseling in de cellen bij vrouwen per milliliter hersenweefsel wel 15 procent sneller gaat. En een snellere stofwisseling betekent meer activiteit.”

Vrouwelijke hersenen: snellere stofwisseling

Sommers vergelijkt het vrouwelijk brein graag met een Europese auto en dat van mannen met een Amerikaanse auto. Die beeldspraak heeft ze van Dick Swaab. “Het vrouwenbrein is wel kleiner, maar het werkt harder. Die snellere stofwisseling bij vrouwen komt door de mitochondriën, de energiefabriekjes van de cel. Die worden al miljoenen jaren doorgegeven via de vrouwelijke lijn en zijn perfect geëvolueerd om samen te werken met vrouwelijke lichaamscellen.”

Reactievermogen en ruimtelijk inzicht

Dat neemt niet weg dat er wel degelijk verschillen in capaciteiten zijn tussen vrouwen en mannen. Je ziet volgens Sommers bijvoorbeeld wel degelijk verschillen in het uitoefenen van bepaalde taken. Mannen hebben bijvoorbeeld een betere reactiesnelheid. Ook hebben mannen gemiddeld een beter ruimtelijk voorstellingsvermogen. Daar hebben zij bij inparkeren bijvoorbeeld een voordeel bij. De verklaring hiervoor is het hogere testosteronlevel bij mannen. Testosteron maakt dat je van nature meer aanleg hebt voor ruimtelijk inzicht.

Emoties herkennen en taalvaardigheid

Vrouwen zijn op hun beurt van nature juist beter in het herkennen van emoties bij anderen. Ook zijn vrouwen gemiddeld een klein beetje taalvaardiger. Zij kunnen een verhaal net iets beter vertellen, een tekst wat beter begrijpen en eerder de juiste woorden vinden tijdens een gesprek. Vrouwen scoren helaas ook 16 procent hoger op neurotische kenmerken. Daardoor zien ze sneller gevaren. Dit zorgt er ook voor dat vrouwen sneller aan zichzelf twijfelen.”

Ontwikkeling van het brein

Het vrouwelijke brein ontwikkelt zich anders dan het mannelijke. De hersenrijping begint bij meisjes gemiddeld op hun twaalfde en bij jongens op hun veertiende. Hierdoor leren meisjes eerder om bijvoorbeeld abstract te denken, te plannen, impulsen te beheersen en kritisch naar zichzelf te kijken. Jongens zijn op dit vlak dus in het nadeel. Zij doen soms eindexamen op een leeftijd waarop hun brein nog niet optimaal is ontwikkeld, zeker niet in vergelijking met meisjes. 

Deel dit artikel op social media

Gerelateerde artikelen