Tabaksindustrie beïnvloedde afspraken in het Nationaal Preventieakkoord
De tabakslobby oefende invloed uit op de tabaksmaatregelen in het Nationaal Preventieakkoord. Dit stellen journalisten van het onderzoeksplatform The Investigative Desk in een publicatie op Follow The Money.
Bij de aftrap van de onderhandelingen over het preventieakkoord in 2018 was het de bedoeling dat de volksgezondheid leidend zou zijn. Het Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (FCTC) van de World Health Organization (WHO), dat Nederland heeft ondertekend, maakte deze prioritering mogelijk bij het nemen van tabaksmaatregelen. Daarom werd de tabaksindustrie expliciet geweerd van de onderhandeltafel.
Toch kon de tabakssector invloed uitoefenen op de te namen tabaksmaatregelen. Via bondgenoten VNO-NCW, MKB-Nederland en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel kon de tabakslobby bij staatssecretaris Paul Blokhuis zijn beklag doen over de maatregelen. Door die invloed zouden eerder opgestelde plannen voor accijnsverhogingen, neutrale verpakkingen en een uitstalverbod in kiosken zijn aangepast of vertraagd.
Sterke accijnsverhoging tabak tegengehouden door tabakslobby
In het eerste conceptakkoord zou de prijs van een pakje sigaretten stapsgewijs omhooggaan, tot 10 euro in 2023. Volgens de eerste versie is accijnsverhoging "de meest effectieve maatregel" in de strijd tegen roken. Maar uiteindelijk is een pakje sigaretten dit jaar maar 1 euro duurder geworden en moeten de effecten hiervan eerst worden gemeten voordat de prijs eventueel weer omhooggaat.
Ook andere maatregelen uit het conceptakkoord zijn aangepast. Zo zijn tabaksspeciaalzaken en zo'n 150 ‘gemakswinkels’ uitgezonderd van het uitstalverbod. Ook mogen e-sigaretten en sigaren nog twee jaar langer verkocht worden met hun merkkleuren en logo’s. De doelstelling van minder dan 5 procent volwassen rokers en nul rokende jongeren in 2040 komt daarmee onhaalbaar, stellen de auteurs van de publicatie.
De onderzoekers ontleedden de rooklobby aan de hand van vertrouwelijke stukken, documenten die werden verkregen door een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) en gesprekken met ingewijden. Het onderzoek kwam tot stand met financiële steun van het Longfonds, KWF Kankerbestrijding, de Hartstichting, het Diabetesfonds en de Trombosestichting.
Jaarlijks overlijden in Nederland ongeveer 20 duizend mensen door roken. Dit betekent dat in Nederland 12,9% van alle sterfgevallen van 20 jaar of ouder aan roken kan worden toegeschreven. De werkelijke sterfte die gerelateerd is aan roken ligt hoger, omdat het effect van passief roken nog niet is verdisconteerd. De jaarlijkse sterfte door meeroken wordt geschat op enkele duizenden gevallen door hartaandoeningen, enkele honderden gevallen door longkanker en enkele tientallen gevallen van wiegendood (Hofhuis en Merkus, 2005).