Zo houd je je werk-privébalans goed
Werk-privébalans is de mate waarin je carrière en je persoonlijke leven op elkaar zijn afgestemd. Wanneer je het drukker krijgt op je werk, of er thuis meer verantwoordelijkheden bij krijgt, bijvoorbeeld doordat je een kind krijgt, is het zaak deze werk-privébalans streng te bewaken. Doe je dit niet, dan zou dit kunnen leiden tot stress, een burnout of een ongelukkig gevoel. Zo zorg je ervoor dat werk en privé in balans zijn.
Wat de beste manier is om je werk-privébalans te bewaken, is voor iedereen anders. Het gaat niet zozeer om het gelijkelijk verdelen van je tijd, maar vooral om het inbouwen van flexibiliteit. Deze flexibiliteit heb je nodig om dingen gedaan te krijgen op je werk, maar ook om thuis niet te verzaken en af en toe te kunnen ontspannen en energie bij te tanken. Dat kan best betekenen dat er dagen zijn waarop je langer werkt, zodat je op andere dagen meer tijd overhoudt voor je privéleven. De volgende acht stelregels kunnen je daarbij helpen.
Een perfecte werk-privébalans bestaat niet
Wees daarom realistisch en niet te streng voor jezelf. Op sommige dagen ga je als de brandweer met werken, terwijl je op andere dagen misschien meer energie hebt voor je hobby of gezin. Evenwicht hierin bereik je gedurende de tijd, het hoeft dus niet elke dag in perfecte balans te zijn.
Zoek werk waarin je plezier hebt
Als je je werk niet leuk vindt, voel je je niet gelukkig en is ook je werk-privébalans uit het lood. Als je baan je somber of gestrest maakt of als je jezelf ‘s ochtends nauwelijks kunt motiveren om aan de slag te gaan, dan is het misschien tijd om eens te gaan nadenken over een carrièreswitch? Of misschien heb je een promotie gemaakt op je werk en heb je daardoor veel meer hooi op je vork dan je lief is. Bespreek het vooral met je leidinggevende: misschien mag je bijvoorbeeld terug naar je oude functie.
Maak van je vitaliteit je prioriteit
Je eigen mentale en fysieke gezondheid zou altijd je voornaamste zorg moeten zijn. Je kunt alleen de beste werknemer, ouder of partner zijn als je je goed voelt. Dus hoe beter je voor jezelf zorgt, hoe meer plezier je omgeving daarvan heeft. Voor jezelf zorgen doe je dus ook voor anderen. Dat betekent dus ook dat je soms nee tegen overwerken moet zeggen, als je denkt dat je er lichamelijk of geestelijk aan onderdoor dreigt te gaan. Zorg als je een zittend beroep hebt bovendien voor voldoende beweging gedurende de dag, om je lijf en je hoofd gezond te houden. En probeer de eventuele stress op je werk ook niet met allerlei ongezond snackvoer ‘weg te eten’. Wie gezond is en blijft, is ook beter in staat het werk aan te kunnen.
Stel werktijden in en bewaak die
Of je nu buitenshuis of thuis werkt, het is altijd zinvol om van te voren te bepalen wanneer je gaat werken en wanneer je stopt met werken. Zo voorkom je het risico dat je 's avonds laat, tijdens je vakantie of in het weekend, nog werkmails gaat beantwoorden. Om irritatie of verwarring te voorkomen, is het slim om ook je collega’s, opdrachtgever en/of manager van jouw werktijden op de hoogte te brengen. Daarmee bied je hen meteen inzicht in de tijden waarop ze je wél kunnen bereiken.
Stel realistische doelen en hou je daaraan
Dit geldt zowel voor thuis als voor op het werk. Wil je bijvoorbeeld elke dag minstens een uur spelen en lezen met je kind? Hou je daar dan ook aan en verzaak niet omdat er nog een onbeantwoorde mail op je wacht. En ook op het werk helpt het om een realistische takenlijst te maken en je tijd daarover realistisch te verdelen. Het structureren van je dag kan de productiviteit op het werk verhogen, waardoor je uiteindelijk ook meer tijd en ruimte overhoudt om te ontspannen buiten werktijd. Wees tegelijkertijd ook niet te streng voor jezelf. Als iets onverhoopt toch niet lukt, dan is er morgen weer een nieuwe dag.
Wees niet bang om je werk af en toe even ‘uit te zetten’
Door af en toe even met andere dingen dan je werk bezig te zijn, kom je bij van de stress en krijg je tegelijk ruimte in je hoofd voor nieuwe gedachten en ideeën. Ga dus af en toe lekker wandelen en laat je telefoon thuis. Of lees een boek in de trein naar huis, in plaats van de nieuwste mailtjes in je inbox. Af en toe even tot rust te komen is cruciaal om de energie te behouden die je ook op je werk nodig hebt.
Neem vakantiedagen op
Als je een langere periode niet met je werk hoeft bezig te zijn, laad je fysiek en mentaal weer op. Wees niet bang dat je na je vakantie met een enorme berg achterstallig werk komt te zitten. Met een goede planning en wat hulp van collega’s moet het te doen zijn. Is dat bij jouw baan echt niet het geval? Praat er dan over met je leidinggevende. Die zit er immers ook niet op te wachten dat jij straks met een burnout thuis zit.
Maak tijd voor jezelf en je dierbaren
Het gezegde ‘werk om te leven, leef niet om te werken’ ken je vast. Natuurlijk is je werk belangrijk, maar het zou je leven niet totaal moeten beheersen. Maak daarom voldoende tijd vrij voor ontspanning met je familie en gezin, maar ook met je partner afzonderlijk. De sfeer zal er thuis ook beter door worden en je relatie vermoedelijk ook.